De Duizendpoot.
 
Een duizendpoot die wou op stap, en kleedde zich netjes aan.
Eerst een overhemd, en zijn nieuwe pak aan en een stropdas omgedaan.
Zijn haar gekamd, tanden gepoetst, hij voelde zich heel fris.
Maar toen hij in de spiegel keek, zei hij er is iets aan me mis.
Geen schoenen tsjee vergeten, dan nog snel maar even kopen.
En hij was dan ook zo snel hij kon, naar de winkel toegelopen.
Maar in de winkel wat een ramp, ze hadden geen duizend dezelfde schoenen.
Gelukkig ze hadden er toch gevonden, hij kon die juffrouw nu wel zoenen.
Hij ging snel passen, maar dat was peg.
Er waren er maar negenhonderd negen en negentig, er was er eentje weg.
Iedereen was in paniek, ze zochten in iedere hoek.
Maar hoe goed ze dan ook zochten, er bleef er eentje zoek.
Hij werd er erg verdrietig van, en er blonk een dikke traan.
Want met een schoen te weinig, dat was toch niets gedaan.
Ze gingen alle denken, want dit was echt niet fijn.
Er was er nog wel eentje, maar die was veel te klein.
Hij werd nu steeds verdrietiger, want zo kon hij niet naar het feest.
En hij had zich voorgenomen, daar te feesten als een beest.
Een heel leuke juffrouw daar die zei; ik weet wel wat.
We doen je een pantoffel aan, en zeggen, je heb een ongeluk gehad.
De duizendpoot kon weer lachen, en zei; dat is een goed idee.
Maar wel op een voorwaarde lieve juffrouw, jij moet dan met me mee.
De juffrouw glom van trots, ze mocht de duizendpoot.
En met hem naar een feest ja, je zag dat ze al genoot.
Ze hadden veel plezier samen, tot heel diep in de nacht.
En de duizendpoot heeft de juffrouw na afloop, netjes thuisgebracht.
Bij haar thuis gekomen, gaf hij haar een dikke zoen.
En ze spraken beiden af, dat nog vaker eens te doen.
Nu in zijn eigen bedje, lag hij van haar te dromen.
En zag ook in gedachte allemaal schoenen, bij hem langs komen. 
        
     
                                                                                      Jack.