Prins Loek.            
 
Er leefde in een koninkrijk een prins hij heette Loek.
Die was nu, na toch al vier keer te zijn getrouwd, naar de vijfde vrouw op zoek.
Hij zocht nu naar een vrolijk wijf, een waar je mee kon beesten.
Zodat hij zich nooit meer vervelen hoefde, op alle grote feesten.           
Zijn eerste vrouw hete Marie, dat was een echte saaie.
En als hij daar mee buiten liep dacht hij fff laat maar waaien.
De tweede hete Ans, die leek eigenlijk wel schattig.
Maar als ze iets tegen hem zei, klonk dat heel erg kattig.
De derde hete Zonnetje, maar was beslist niet mooi.
Die wou alleen maar lopen, met een indianen tooi.
De vierde hete Katja, die had hele kromme benen.
Want als hij met haar dansen ging, schopte ze hem blauwe schenen.
Zijn vader zei tot hem, zeg gebruik nu je verstand.
En laat herauten kijken door heel ons mooie land.
Zoek nu op je gemak, een echt mooie lieve vrouw.
Want dat is toch wel moeilijk voor je, kom zoon bekijk het nou.
En op een heel groot feest, kwamen heel veel mooie vrouwen.
Eentje viel hem op, daar wou hij wel mee trouwen.                                
 
Ze hete Ursula, en had lange bruine haren.
En als ze naar hem keek, kon hij alleen maar staren.
Ze trouwde heel erg snel, iedereen kwam op het bal.
De andere waren heel jaloers en spraken, dat is een raar geval.   
En negen maanden later gaf zij hem ineens twee zonen.
Waarmee ze hem dan ook, voor zijn liefde wou belonen.         
 
                                                                                 
                                                          jack.