de verstrooide Kerstman

 

De Kerstman was verstrooid ,hij wist niet meer wat en hoe.

Want voor wie was nu dit pakje toch? en waar moest dat ook alweer naartoe !

De kabouters liepen heen en weer ,het leek ok wel een droom.

Want wist hij niet meer wat hij moest doen, lag er nergens een pakje onder de boom.

Papieren lagen door elkaar ,niemand kon er iets uit wijs.

Want was dit treintje nu voor Daan ,of was het nu voor Thijs.

De slee was al half ingepakt ,maar er moest nog veel meer bij.

Maar wat en voor wie dat wisten ze niet, niemand was echt blij.

Ze belegde een vergadering ,want om nu dit jaar over te slaan.

Dat kon echt niet geen sprake van, maar ja wat nu gedaan ?

Ze gingen naar de ijskoning ,misschien dat hij iets wist.

Of de Koninklijke dokter ,misschien had hij een list.

Ze kwamen bij de koning aan ,en die luisterde eens goed.

Hij sprak hun dan ook toe ; mijn dokter weet heus wel iets ,kom op houd moed.

De dokter ging snel aan het werk ,en sloeg zijn boeken na.

Hij sprak stil in zichzelf ,ik vind iets, zowaar als ik besta.

En pff ja gevonden het stond in hoofdstuk tien.

Hij zocht de kruiden bij elkaar en mompelde ,dit help je zal het zien.

Eerst wat salie en wat tijm ,mierikswortel en wat blaadjes van de ginkobilloba.

Dit met wat bouillon dan even laten pruttelen ,en dan daarna !

Even afkoelen ,dan in een flesje doen en snel naar de Kerstman snel op weg.

Die verstrooid zat te mopperen, ik heb me toch wel peg.

Toen de dokter bij de Kerstman was ,zei hij neem snel dit drankje in.

Dat helpt je ven je verstrooidheid af, en je krijgt weer goede zin.

De Kerstman nam het drankje in ,en begon er van te gapen.

Ja zei de dokter het helpt heel snel, ga eerst maar even slapen.

De Kerstman ging naar bed ,en lag meteen te dromen.

Over een mooie witte kerst en sterren  in de bomen.

S 'morgens werd hij wakker ,en was niets meer vergeten.

Dat moest naar die ,en dit naar hem ,hij wist alles wat hij moest weten.

De slee werd verder ingepakt ,alles was weer in orde.

Kabouters ja die lachte weer ,niemand die nu nog morde.

Hij roep vrolijk van joho ,joho, en omgeven door een sterrenlicht.

Klom hij nu op zijn slee ,op weg naar iedereen ,met een lach op zijn gezicht.

 

Jack.