het avontuurlijke molletje.
 
Een mol diep onder de grond.
Liep op een dag eens peinzend rond.
Hij wou wel op wereldreis.
Was dat van hem nu wel zo wijs?
Nu zei hij wat kan het mij toch schelen.
Zit me hier onder de grond, vaak danig te vervelen.
Hij pakte zijn rugzakje, en deed er in zijn kleren.
En sokken en ook pleisters, mocht hij zich onderweg bezeren.
Zijn nieuwe bril ook opgedaan.
Zijn schoenen aan en dan maar gaan.
Maar na een tijdje te hebben rondgelopen.
Was hij even onder een stronk gekropen.
Hij keek in zijn rugzak en krapte onder zijn staart.
Maar hoe hij ook keek, waar was nu die kaart?
Zijn kompasje hing wel aan zijn riem.
Maar daar kon je echt de weg niet op zien.
Boos keek de mol nu in het rond, en mompelde beteuterd voor zich uit.
Wat nu gedaan, welke kant moet ik nu uit.
Hij deed zijn brilletje af, en legde hem op de grond.
En keek spiedend in het rond.
Hij nam een besluit, hij wou weer naar huis.
Want zonder een kaart, nee dat is een kruis.
Hij stond recht overeind, en pakte zijn rugzak.
Maar keek niet uit, en stond zomaar op zijn bril, en die zij krak.
Verdrietig pinkte de mol een traantje weg.
En zei tot zichzelf, ik heb altijd pech.
Nu snel weer naar huis gegaan.
Want aan dit avontuur, was echt niets aan.
       
                                                                           jack.

                                                                                                    

                                                                                          

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb