De giraf.
Een giraf stond gelaten, in een dierentuin.
Zijn lange nek stak uit, boven de bomenkruin.
Maar als je goed keek, zag je hem heel diep nadenken.

Hij wou wel iets doen, wat hem plezier kon schenken.
Hij zag veel mensen kijken, en met kinderen langs hem lopen.
In kinderwagens, of bij hun ouders in de arm gekropen.
Wat zou het leuk zijn dacht hij, om met de kinderen te spelen.
Dat zou wat wezen, dan zou hij zich, nooit meer vervelen.
De oppasser kwam elke dag, hem goed verzorgen.
Ik zal het hem vragen, als hij weer komt de andere morgen.
En s’morgens, Joop de oppasser kwam vrolijk bij hem binnen.
Nu niet getreuzeld mompelde hij, meteen er over beginnen.

Hij schraapte zijn keel en begon te spreken.
Zeg Joop zo sprak hij, ik sta me hier te vervelen.
Kan jij niet zorgen dat ik met de kinderen kan spelen.
Ik sta hier maar te staan, en dat is echt niet fijn.
Want verder heb ik geen beweging, en daardoor doen mijn benen pijn.
Oké, zei Joop, ik leg het de directeur wel even voor.
En als die het goed vind, dan kan dat echt wel hoor.
Joop rende naar de directeur, en besprak daar het geval.
Die vond het idee wel goed, dat was nog niet zo mal.
Nu staat de giraf vrolijk in de kinderboerderij.
En de kinderen staan te wachten voor de giraf, in een dikke rij.
De glijbaan is weg, daarvoor staat nu de giraf.
En de kinderen glijden een voor een, van zijn lange nek af.
Ze zijn lief voor de giraf, en hebben veel plezier.
Ze zijn lief voor de giraf, en hebben veel plezier.
En de giraf zie je genieten, in de dierentuin alhier.

Maak jouw eigen website met JouwWeb