Het eenzame opaatje.
 
Een opaatje van 80 jaar, men zei hij wordt wel honderd.
Zat in zijn stoeltje voor het raam, en voelde zich bedonderd.
 
Hij voelde zich ook erg alleen, familie zag hij nooit.
Hij had nog wel wat spaarcentjes, dus was echt niet zo berooid.
Maar hij had nog wel een wens, om eens op reis te gaan.
Maar om dat alleen te doen, daar is toch echt niets aan.
Nu zat hij maar te zitten, en mopperde maar eens wat.
Hij zocht een kameraad, daar wou hij mee op pad.
Nu keek hij in de krant, of hij daar misschien iets zag.
Een vrolijke dan hopelijk, een met een spontane lach.
Hoe goed hij dan ook keek, er was nooit iemand te vinden.
En onder de contacten, stond ook niets wat hem wel zinde.
Hij belde naar de krant, en zei ik zoek een maatje.
Voor eens op reis te gaan, en voor een gezellig praatje.
Ze zette een advertentie, met de oude man zijn wensen.
Want ja zo een mooi verlangen, dat hadden toch meer mensen.
Het bleef ondanks zijn moeite, de dagen er na stil.
Verdrietig dacht het opaatje, dat niemand dat toch wil.
Toen ging de telefoon, het was het asiel dat belde.
Ze zeiden kom eens langs, en ons, je wens vertelde.
Opa ging er heen, en zag daar heel veel honden.
Die stilletjes in een hoekje zaten, tot er een nieuw baasje was gevonden.
De juffrouw kwam hem tegemoet, en sprak kijk jij maar even rond.
En vertel ons bij de koffie dan, hoe of je het hier vond.
Verbaast keek opa rond, dit had hij niet verwacht.
En echt hoor aan een hondje, had hij nog nooit gedacht.
Nu keek hij in de hokken, en zag alles eens goed aan.
Ineens zag hij een heel klein hondje, met bruine ogen staan.
Hij kwam kwispelend op opa af, en likte aan zijn hand.
Opa kreeg een warm gevoel, het beroofde zijn bestand.
Hij pakte snel het hondje op, en sprak; wil je met me mee.
Dan gaan we samen heel veel dingen doen, gezellig met zijn twee.
De juffrouw keek hem teder aan, en zei; hier is je nieuwe vriend.
Hij zal het bij jou wel goed hebben, jullie hebben het verdiend.
Nu zie je in het park, opa lopen met zijn hondje, ze hebben het samen erg fijn.
En je ziet het aan die twee, dat ze nooit meer zonder elkaar zouden willen zijn.
                
                                                              
                                                  
 

                                                                                                                                           jack