De knorrige zwarte beer.
Er was eens een zwarte beer, een knorrige zwarte beer.

Hij had altijd een slechte bui, het interesseerde hem niet meer.
Dus hij was nooit een vriendelijk, voor zijn andere mededieren.
En liep de hele dag te grommen, en tegen ze te klieren.
De dieren vonden dat niet lief, en kwamen alle samen.
Om over hem te klagen, en om een plannetje te beramen.
De beer die had geen flauw idee, wat of ze van hem zeiden.
Maar een ding wist hij wel, ze moesten hem maar mijden.
De dieren gingen klagen, bij de grote tovenaar.
Die moest eens heel diep nadenken, want ook hij vond dat raar.
Hij keek eens in zijn toverboeken, maar wist niet wat hij zocht.
Er moest toch echt wel iets in staan, wat dan ook helpen mocht.
Alle boeken sloeg hij na, maar hij kon echt niets vinden.
Ja, er stond wel genoeg in, maar niet iets wat hem zinde.
Hij mopperde ik kom er zelf niet uit, ik vind niets in mijn boeken.
En zal het aan mijn vriend gaan vragen, die helpt mij wel zoeken.
Snel naar zijn vriend, en daar aangekomen, legde hij het probleempje voor.
Zijn vriend zei is dat alles, daar heb ik wel wat hoor.
Ze gingen samen aan de slag, en maakte voor de beer een pil.
Die ze zo in zijn keel konden schieten, ook als hij dat niet wil.
De beer die lag te slapen, toen ze daar waren aangekomen.
En ze schoten roetsj die pil zo in zijn keel, terwijl hij lag te dromen.

Nu even kijken of het werkt, zeiden ze tot elkaar.
Dat zal beslist wel knikte ze, we zijn toch tovenaar.
De beer werd wakker, en voelde zich raar en vreemd.
En zag de twee tovenaars naar hem staan lachen, was dat nu echt gemeend?
De beer kon zich ook niet meer inhouden, en schaterde het uit.
En de dieren in het bos, die hoorde dat geluid.
Ze kwamen alle naar hem toe, en hoera, het werd een feest.
De beer die deed graag mee, alsof hij nooit knorrig was geweest.
Ze bedankte de tovenaar, die zei we waren met zijn tweeën
En ze feesten samen met de dieren, en iedereen was erg tevreden.
jack
Maak jouw eigen website met JouwWeb