De ijverige mieren.
Raar geluid hoor ik in het grote bos.
Kraken en knallen, is de beer soms los?
Nee, zag duizenden mieren, daar aan het sjouwen.
En aan het zwoegen, om een nieuw huis te bouwen.

Ik keek naar hun werken, zo hard zonder te klagen.
En kon het niet laten, aan een iets te vragen.
Want een stond apart, en was aan het wijzen en roepen.
Soms aan een eenling, en soms aan wat groepen.

Ik vroeg aan de mier, hé ik wil niet gaan zeuren.
Maar moeten jullie nog veel doen, wat moet er nog gebeuren.
Nu zei de mier, sta daar niet zo te gapen.
Help ons maar even s’ nachts kan je slapen.
Ik keek verbaast, maar zei oké.
Vertel het me maar, ik doe wel even mee.
Kijk die grote tak daar, is voor ons heel moeilijk te dragen.
Dus als je die voor ons weghaalt, is alles wat we je vragen.
Ik pakte de tak, en gooide hem voor hun weg.
En alle mieren klapte in hun pootjes, ja net wat ik zeg.
Hun werk was gedaan, ze gingen nu ruste.
En zeiden gedag, het was net of ze me kuste.
Zie je mieren ijverig aan het werk.
Denk dan aan dit gezegde, eendracht maakt sterk.

Jack
Maak jouw eigen website met JouwWeb