De wandelende tak.
Een wandelende tak, was echt uit zijn humeur.

Hij wou wel eens iets anders, en ook een andere kleur.
Want niemand zag hem zitten, ze liepen zo langs hem heen.
Hij voelde zich verdrietig, en voelde zich alleen.
De vlinders hadden kleuren, en zelfs een vlieg was groen.
Hij mopperde maar wat, van wat moet ik toch beginnen, wat moet ik er aan doen.
Ik wens zo sprak hij, nu ook eens mooie kleuren.
En zou ik graag omringd zijn, met heerlijke bloemen geuren.
Hij liep nu naar de oude boom, daar zou hij het aan vragen.
Misschien dat hij iets wist, en waar hij misschien kon slagen.
De oude boom die lachte hard, en dacht eens heel diep na.
Hij zei tegen de tak, dat is niet goed, zowaar als ik hier sta.
De vogels zien je dan meteen, ha ha ha, een wandelende tak met kleuren.
Je moet maar eens goed nadenken, wat er dan zou gebeuren.
Je bent dan zo mooi en goed te zien, je bent dan om op te vreten.
Niet doen dus dat is mijn advies, dat wil ik niet op mijn geweten.
De wandelende tak zei tot de boom, je heb gelijk, ik hou maar deze kleuren.
Want zo zien ze me gelukkig niet, en kan me haast niets gebeuren.
Ik leef mijn kleurloos leven wel, ben eigenlijk best gelukkig.
Dus zal ik mijn lot maar dragen, en ben niet meer zo nukkig.
Hij zei de oude boom vaarwel, en liep weg met een tevreden lach.
Over een tak, naar een struik, en niemand die hem meer zag.

Maak jouw eigen website met JouwWeb