De lama met kapsones.
 
Er was eens een lama, hij voelde zich erg voornaam.
Hij had ook kapsones, dat kwam door zijn naam.
Hij dacht; ik ben een lama, ze moeten me eren.
En lopers uitleggen, zodat ik me niet kan bezeren.
Want ik ben van adel, dat zie je meteen.
En zo voornaam als ik, is er hier geen een.
Maar ik zie je al denken, dat gaat niet goed.
Hij komt zichzelf nog tegen, dat is wat ik vermoed.
En ja hij werd ziek, dus Leiden in last.
Niemand die hem wou helpen, jazeker die rare gast
Men zag ze loeren, ze keken hem lijdzaam aan.
En je zag ze denken; nu is het met je kapsones gedaan.
Och, lieve dieren riep hij vertwijfeld, kan iemand mijn pijn verzachten.
Ik zal nooit meer zo doen, daar kan je op wachten.
Nu sprak de ezel, oké ik zal je verzorgen.
En haal een drankje, maar dat krijg je pas morgen.
De volgende morgen, de ezel kwam aan met een drankje.
En de lama gaf hem met een traan in zijn oog, een bedankje.
Hij knapte snel weer op, en gedroeg zich nu net als de andere dieren.
Die hem weer als vriend zagen, nu hij niet meer zo klierde.
Dus zo zie je maar, het gezegde is ook; hoogmoed komt voor den val.
Maar ja het is nog steeds zo, een lama is en blijft een raar geval.
 
                                                       jack.

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb